Skip to content

Interview: Hospice Naarden wordt gedragen door buurt

Marin Bol
FOTO: STUDIO KASTERMANS/DANIËLLE VAN COEVORDEN
“Het is hier niet eng, maar juist nog vol leven”


Nederland heeft een groot tekort aan plekken in een hospice, waar mensen tijdens het laatste gedeelte van hun leven in een huiselijke omgeving worden verzorgd. Dat maakt het extra pijnlijk dat inwoners van Bloemendaal de komst van een hospice in hun villawijk onlangs tegen wisten te houden. In Naarden zit het C’est La Vie-Huis al zeven jaar midden in een woonwijk. We voelen ons gedragen door de omgeving, zegt directeur Marina Bol. “We houden altijd rekening met de buurt.”

Toen Marina Bol ruim zeven jaar geleden met haar collega op zoek was naar een mooie plek voor een nieuw hospice, bekeek ze verschillende locaties in de omgeving. Ze zocht onder meer in de bossen van Oud-Valkeveen. Heerlijk al dat groen en toch viel de plek vrij snel af. „Te stil en afgelegen. We wilden juist tussen de mensen zijn. Veel hospices zitten in woonwijken, soms tegenover scholen. Je moet een hospice niet wegstoppen. De mensen die hier liggen vinden het fijn om buiten nog het leven te horen en te zien.”

Kruidentuin
Aan de Rijksweg in Naarden op de hoek van de Lambertus Hortensiuslaan vond Bol in twee samengestelde panden de perfecte locatie voor het hospice. In de helft van een blok van vier grote huizen opende het C’est La Vie-Huis haar deuren in 2017. Acht kamers telt het hospice. In de keuken maakt één van de vrijwilligsters een grote pan soep. Het geurt naar verse kruiden uit de kruidentuin. De tuin rondom is een paradijs eind augustus. Vanuit de grote glazen serre is er mooi zicht op het groen. Er zijn zitjes tussen bloeiende planten, een prieel biedt een beschutte plek aan gasten als het weer wat kouder wordt. „Die hebben we dankzij een mooie donatie aan kunnen schaffen”, vertelt Bol aan de enorme leeftafel in de serre.
De panden in Naarden huurde de stichting eerst van de toenmalige notaris. Met een financiering door de Naardense familie Toonen en veel steun van fondsen konden ze het pand kopen en verbouwen. Zij vonden het een mooie gedachte dat hier een bijna-thuis-huis zou komen. „Het is nog steeds lastig om een hospice op te richten in Nederland. Je moet eerst drie jaar draaien voordat je subsidie van de overheid krijgt. Dat betekent dat je investeerders en fondsen achter je moet hebben die willen voorfinancieren. De beste vriendin van Tineke Toonen was kort daarvoor in een hospice overleden en zij had gezien hoe fijn ze het daar had gehad. Tineke is helaas inmiddels overleden, Evert-Jan helpt nog steeds als vrijwilliger in de tuin.”

Tekort
Nederland telt op dit moment 190 hospices. Het zijn veelal kleine huizen met gemiddeld tussen de vijf en acht bedden. Behalve het C’est La Vie-huis in Naarden zijn er in deze regio hospices in Hilversum (8 bedden), Huizen (4 bedden) en Soest (5 bedden). Er is veel behoefte aan de huiselijke warme zorg die hospices bieden aan mensen in hun laatste levensfase. Volgens Sander de Hosson, longarts en specialist op het gebied van palliatieve zorg, komt Nederland ruim zevenduizend hospicebedden tekort. “Als het laatste stukje van je leven begint is het heel fijn als er een plekje is in een huiselijke omgeving met liefdevolle zorg.”, zegt Bol. Met het tekort aan bedden in gedachten is elke huiselijke locatie met deskundige zorg er één benadrukt ze. „Daarom is het zo jammer dat het in Bloemendaal nu niet lukt. De familie wilde de villa voor twintig jaar beschikbaar stellen aan het hospice.”

Angst
Een klein aantal buurtbewoners dreigde met juridische procedures als de gemeente toestemming zou geven om in de Bloemendaalse villa een hospice te vestigen. De bezwaren richtten zich op extra drukte in de buurt met auto’s. Ook wilden de bewoners hun kinderen niet blootstellen aan ernstig zieke en stervende mensen. De weerstand tegen de komst van een hospice wijt Bol aan onbekendheid en angst. “Dat speelt een rol. Mensen stoppen het overlijden nog altijd nog weg. Geen idee waarom. We krijgen er allemaal mee te maken. Bovendien zien onze gasten er niet eng uit, je ziet niks aan ze. We hebben niks te verbergen, er gebeurt niets engs. Het is geen uitvaartcentrum, het is hier juist nog vol leven. We hebben het van de week nog aan tafel met de gasten over B&B vol Liefde gehad. Het gaat hier over het laatste stukje van het leven. Ik gun elke woonplaats een hospice.”

Huwelijken
“Aan deze tafel organiseren we regelmatig familiediners, en dan wordt er heel veel gelachen. Je hoeft niet stil te zijn. Er zijn zelfs twee huwelijken voltrokken. Een man wilde nog graag met zijn partner trouwen en een dochter wilde nog graag door haar zieke vader weggegeven worden. Of een oma die in examentijd nog haar best doet om een kleinkind te begeleiden. Je mag hier nog genieten, er zijn geen behandelingen meer, er is geen pijn, je bent niet meer misselijk. We maken het zo comfortabel mogelijk. Het overlijden is maar een heel klein stukje van het verblijf in ons huis.”
Bol beseft dat voor veel mensen die onervarenheid met een hospice hun beeld vormt. “Als het om je eigen moeder of broer gaat, wil je toch ook dat het laatste stukje van het leven mooi is. Zorgen is voor de familie vaak zwaar. Soms zijn mensen al jaren ziek en dat heeft veel impact op een gezin. Dat leidt soms tot overbelasting bij mantelzorgers. Hier worden die zorgen uit handen genomen, terwijl je heel dichtbij je geliefde kunt zijn. We hebben een vast team deskundige verpleegkundigen van Buurtzorg en vaste artsen uit de omgeving die de zorg overnemen van de eigen huisartsen van gasten die van verder weg komen.”

Handmassage
Zonder de inzet van de meer dan honderd vrijwilligers zou er geen C’est La Vie-huis zijn. Zij zijn het cement van het huis. Ze helpen in de zorg, doen de tuin, ze koken, serveren thee en koffie, verzorgen een deel van de administratie, geven een handmassage, voeren gesprekken, spelen een spelletje en vormen de raad van toezicht. Met haar collega-directeur Renée Kool en coördinatoren Mayke en Daniëlle ondersteunt Bol de vrijwilligers. Veel vrijwilligers wonen in directe omgeving van het hospice. “De buurt leeft enorm met ons mee. We voelen ons gedragen door de omgeving. Dat voelt goed. In winkels in Bussum zoals bakker Kwakman staan collectebussen, Albert Heijn doet acties met statiegeld, kerken uit de omgeving collecteren voor ons. En we houden regelmatig lezingen over het hospice in bijvoorbeeld de bieb.” Bezwaar De buurtbewoners worden uitgenodigd op open dagen om een kop koffie te komen drinken. “Toen we zeven jaar geleden van start gingen is er maar één bezwaar uit de buurt gekomen. Dat ging over parkeren. We hebben een grote eigen oprit naast het huis. Ambulances en rouwauto’s staan meestal uit het
zicht op ons eigen terrein. Als alle bedden bezet zijn, kan het druk zijn met auto’s. Dan bellen de buren weleens aan en lossen we het op. We houden altijd rekening met de buurt.”

Bron: De Gooi- en Eemlander
Door: Susanne van Velzen

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Zoeken